English
Terug naar overzichtspagina
reisverslagen USA
April 2010, USA
15 april 2010, Arizona USA
We zijn terug in de USA! Ons 10-jarig visum voor de USA is verlopen,
maar we hadden nog wel een toegangsbewijs voor zes maanden wat nog wel
geldig is. Ondanks dat de douanebeambte wel om ons visum vroeg, zei hij
er verder niets over. Misschien heeft hij niet gezien dat het al
verlopen was.
Wij zijn nu in Tucson, bij onze vrienden Art en Sally
die we jaren geleden in Mexico ontmoet hebben toen zij nog een zwervend
bestaan hadden in een piepkleine camper. Vorig jaar hebben ze toch maar
weer een huis gekocht en zijn in een nieuwe fase van hun leven begonnen;
ze zijn zeer milieubewust (zonnecellen op het dak geplaatst en het
weinige regenwater wordt opgevangen in grote tonnen, zelfs het
spoelwater van hun wasmachine wordt opgevangen om de planten water te
geven). Ze maken hun eigen compost en hebben een moestuin. In de drie
dagen die we er blijven, krijgen we heerlijke salades uit eigen tuin
voorgeschoteld. Verder doen ze veel vrijwilligerswerk en zijn helemaal
gesetteld in hun nieuwe levenswijze.
Art heeft een paar dagen
geleden een vogeltje gevonden dat uit het nest gevallen was en Sally
verzorgt het liefdevol. In hun achtertuin fotograferen we vogels en op
de golfcourse zit dagelijks een Amerikaanse Oehoe. Martha en Gary zijn
hier ook en met z'n zessen halen we herinneringen op over de
verschillende Oud & Nieuw die we gezamenlijk gevierd hebben met
Hollandse oliebollen.

Happy Hour met onze
vrienden
Art en Sally
Vogeltje uit het nest gevallen

Pyrrhuloxia
Amerikaanse Oehoe
Kwartel
April 2010, USA
20 april 2010, Utah USA - Voorbereiding Yellowstone
Als we aankomen bij mijn nichtje in Utah is er niemand thuis en hun
caravan staat ook niet in de achtertuin... Geen wonder dat ze niet
gereageerd heeft op onze e-mail dat we er aankomen; ze zijn op vakantie!
Gelukkig weten we de veiligheidscode van de garagedeur en kunnen zo toch
hun huis binnenkomen om onze winterkleren op te pikken. Hun twee katten
kijken ons verbaasd aan. Vreemd om zonder dat mijn familie het weet door
hun huis te sluipen, maar we kunnen toch moeilijk in onze zomergoed en
zonder extra slaapzak naar Yellowstone.
Wij hebben winterkleren en WINTERkleren. Als we in april naar
Yellowstone gaan, daarna door naar Alaska en pas in oktober denken terug
te zijn in Utah, dan hebben we onze WINTERkleren nodig. Het is in Alaska
in de zomer niet zo extreem koud als de meeste mensen denken, maar het
kan er toch behoorlijk fris zijn in de vroege morgen. Nu gaan we maar
twee weken naar Yellowstone en komen dan terug in Utah en kunnen we dus
volstaan met onze winterkleren. We hebben de weersvoorspelling gecheckt
en sneeuw en zon gaan elkaar afwisselen. Overdag wordt het rond de tien
graden Celsius en 's nachts ruim onder het vriespunt, maar je weet het
maar nooit met het weer.
Als ik PJ's met nepbont gevoerde pet inpak, dreigt hij meteen:"Als
het zó koud wordt, ga ik het park uit
hoor!". Ik wijs hem erop dat we vorig jaar in april een sensationeel
moment meemaakten, toen drie wolven een bizon aanvielen en met z'n
vieren over een helling naar beneden tuimelden. Het was toen niet eens
zo koud, maar door het dunne windje, bevroren we bijna.
"Had je dat moment willen missen, alleen maar omdat je koude oren had?",
vraag ik hem.
Ik tik dit verslag in de auto terwijl we naar Yellowstone rijden, en
we rijden al door de sneeuwvelden. Mijn mannetje zal mij nog dankbaar
zijn!
Yellowstone National Park (22 april - 8 mei 2010)
Er ligt verrassend weinig sneeuw in Yellowstone. We beginnen onze eerste
dagen met een oude 'winter kill' (dat is een dier dat zeer
waarschijnlijk in de winter aan een natuurlijke dood gestorven is en
doordat de sneeuw begint te smelten, nu pas ontdekt wordt door wolven en
beren). Na lange tijd wachten worden we beloond met een mooie grote wolf
die ons tot tachtig meter nadert. En de volgende dag zien we haar weer,
een stukje dichterbij en in de verse sneeuw. We vernemen dat dit het alfa vrouwtje
van de Quadrant roedel is. Haar maatje is een prachtige donkere
wolf met Duitse herder kleuringen, maar die durft zich niet zo dichtbij te vertonen.

Op hetzelfde karkas zien we oude bekenden, de
wolvenroedel die de 'Canyon pack' wordt genoemd. We hebben deze
roedel vorig voorjaar regelmatige gefotografeerd, er ontbreekt helaas
een grijze wolf die sinds het najaar niet meer gezien is. Het witte alfa
vrouwtjes is zichtbaar zwanger en hopelijk verliest ze dit jaar haar
jongen niet. De wolven worden afgewisseld door een jonge grizzlybeer die
een hekel heeft aan de raven die altijd tot een karkas worden
aangetrokken.

Een enorme zeer donkere grizzlybeer jaagt de kleinere
weg. Hij peuzelt op z'n gemak aan de afgekloven ribben in het gezelschap
van de raven.

27 april 2010
De weersvoorspelling voor de komende dagen is sneeuw en
harde wind. We besluiten het park uit te rijden via Bozeman om
belastingvrij te winkelen en de volgende dag rijden we naar Hebgen Lake
om oom Bill en tante Donna op te zoeken. Daar blijven we nog een dagje
hangen en werken onze gloednieuwe laptop in. Op 30 april rijden we het
Yellowstone park weer in en zijn stomverbaasd dat het halve park
afgesloten is vanwege hevige sneeuwval. Zo erg was het toch ook weer
niet? We kunnen niet verder rijden dan de Old Faithful
geiser, een gebied dat we niet zo goed kennen. Ik fotografeer een
visarend en dan horen we over een net gedood hert. Na vier uur wachten komt
er een wolf op af. Van een parkwachter horen we dat ze denken dat het de
vermiste wolf van de Canyon pack is! Zou dat even fijn zijn. We doen wat
vergelijkend warenonderzoek met foto's van vorig jaar en zijn overtuigd.

Visarend
Wolf Canyon pack voorjaar 2009
Wolf Old Faithful voorjaar 2010. Dezelfde?

We slapen nog een nachtje bij mijn oom en tante en rijden de volgende
dag weer vroeg naar het Old Faithful karkas. We arriveren om half 7 en
moeten tot half 12 wachten voordat de wolf zich weer laat zien. Je moet
wel veel geduld hebben hier. Als we horen dat de wegen naar het noorden
van het park weer open zijn gaan we om een uur of drie noordwaarts. Het
sneeuwt onderweg.

Waar blijft die wolf nou?
Nog maar een boek lezen
Sneeuw onderweg
In het noordelijk gedeelte van het park zien we een
moeder zwarte beer met twee grote jongen. Een jong zit lekker in een
boom. Moeder en het andere jong gaan omstebeurt rechtop staan.


We ontmoeten Dave en Jackie uit Oklahoma. Jackie kennen
we al jaren door Hyder, Alaska, maar haar echtgenoot leren we nu pas
kennen. Een gezellig stel, net een paar jaar ouder, en net zo
enthousiast over de dieren als wij. Ze hebben een uitnodiging gekregen
van een collega die een tante heeft in Montana met een cabin in
het bos. Jackie en Dave vragen of wij meegaan. Wij hebben wel zin in een
andere omgeving en spreken voor de volgende dag af in Livingston, een
uur noord van Yellowstone. Daarna rijden we achter elkaar aan naar Big Timber. In
een restaurant ontmoeten we de tante van Dave's collega; Donna die van
onze leeftijd blijkt te zijn. Ze is zeven jaar geleden weduwe geworden
en heeft haar zoon Dillan meegenomen. Donna heeft er hartstikke zin in
om haar cabin aan ons te laten zien. Met onze camper en nog een
auto rijden we 60 kilometer zuid. We moeten over een privébrug om er te
komen. De cabin blijkt niet zo in 'the middle of nowhere' te
staan als Dave's collega had lopen opscheppen, maar het is een mooi
plekje aan een rivier. Dillan maakt een kampvuur en met dikke truien
zitten we buiten, totdat de sneeuwvlokken ons naar binnen drijven.
Binnen is het gezellig, ondanks de onvermijdelijke opgezette dieren en
Donna maakt een pan spaghetti.


Als het donker begint te worden gaat iedereen terug naar
huis, maar wij mogen een nachtje blijven kamperen! Dit maken wij alleen
mee in Amerika, waar iemand de sleutel van haar cabin aan een paar
wildvreemden geeft. Wat een vertrouwen en gastvrijheid! De volgende dag
gaan we op zoek naar wildlife en zien een paar elanden en een wolf de
weg over rennen. We geven de sleutel van de cabin weer af aan Donna en om 1 uur 's middags zijn we terug in Yellowstone.
Vlak bij de ingang
zien we een vers karkas, zo'n tachtig meter van de weg. Worden wij even
op onze wenken bediend! Op dit moment zijn er geen wolven, dus parkeren
we de camper en gaan we weer wachten. Maar na anderhalf uur stopt
parkwachter Ken om ons te vertellen dat hij op weg is naar twee
berenopstoppingen! Dat is erg aardig van hem en we staan even in dubio
of we hier moeten blijven of naar de bearjams moeten rijden. We
kiezen voor het laatste en zien een jonge grizzlybeer die in de sneeuw
aan het wroeten is. Als het begint te sneeuwen gaan we terug naar het
karkas waar een uur later een jonge wolf verschijnt. Later op de avond
verjaagt een steenarend de Amerikaanse visarenden. De raven trekken zich
niets aan van de grote vogel. Deze
roofvogel hebben wij pas een keer eerder gezien, dus zijn we erg
verheugd.

De volgende ochtend parkeren we de hele morgen bij het
karkas, maar er gebeurt niets! We zijn in het gezelschap van Dave en
Jackie, die gezellig bij ons in de camper gekropen zijn, dus de tijd
vliegt voorbij.
's Middags gaan we op zoek naar ander wildlife en vinden het jonge
beertje weer. Dit keer loopt ze dwars tussen de auto's en de toeristen
door tot groot ongenoegen van parkwachter Ken.

5 mei 2010
Als we door het park rijden, zakt de temperatuur naar -14
˚C!! Zo koud hebben het nog niet gehad dit jaar. We
vinden verse wolven- en berensporen in de sneeuw en spelen in de diepe
sneeuw.


6 mei 2010
We slapen uit en rijden om half acht het park in. Wat hebben we weer een
geluk: er ligt een karkas vlak naast de weg! Een dampend hertenhart ligt
op de weg, bloederige berensporen lopen door de sneeuw en twee wolven
zijn net over de heuvel verdwenen. De parkwachters zijn snel ter plekke
en zoals verwacht moet het karkas verwijderd worden, omdat deze situatie
te gevaarlijk is voor de toeristen. Maar tot onze grote verbazing
besluit parkwachter Brian dat het karkas niet weggesleept gaat worden,
maar met trekpaarden naar een veiligere plek wordt versleept. We maken
mooie actiefoto's.


Helaas hebben de paarden en de mensen dan al zoveel
geursporen achtergelaten dat de wolven niet meer dichterbij durven te
komen, om al helemaal niet te spreken over de beer. 's Nachts wordt het
karkas helemaal afgekloven. Maar we waarderen het initiatief van de
parkwachters wel.
7 mei 2010
We hebben nog maar twee dagen te gaan, dus rijden we helemaal naar de
Oost uitgang waar we een paar oude bekenden tegenkomen die ons vertellen
over de vele grizzlyberen hier. Een paar uur lang patrouilleren we met zes voertuigen het
gebied net buiten het park en worden dan beloond met
twee enorme donkergekleurde grizzlyberen met grote koppen. En we zien
ook een vrouwtjes eland heel dichtbij.

8 mei 2010
Nu hebben we nog maar een dag over en we rijden naar de Hayden Vallei. Hier
zien we een grote opstopping vanwege een jonge grizzlybeer die met een
coyote aan het spelen is!! Fantastisch om te zien hoe deze dieren op
elkaar reageren; de beer vindt het duidelijk leuker dan de coyote, die
vaak zijn tanden laat zien. Van cineast Bob Landis, die zijn filmmomenten
aan National Geographic verkoopt, krijgen we zijn laatst gepubliceerde
DVD. Als we deze bekijken, zien we een aantal momenten waar wij ook bij
waren! Dat is toch wel heel apart.

Via de West uitgang rijden we het park uit en worden op
het laatste moment nog even verwend door twee wolven. Wat een geslaagde
trip!

Op 11 mei 2010 stappen we in het vliegtuig naar Nederland.
Pas vijf maanden later komen we terug naar het Amerikaanse continent.
November 2010, USA
10 november 2010
Ons huis is voor onbepaalde tijd verhuurd en we vliegen naar de
Verenigde Staten. Ons 10-jarig visum is verlopen en we reizen nu
op een 3 maanden toeristenvisum. Dat betekent dat we over drie maanden
verplicht zijn om naar Nederland terug te vliegen. We hebben dus een
retourticket voor 5 februari 2011, maar we willen toch gaan proberen dit
visum aan de grens met Mexico te veranderen.
Het vliegtuig is nog maar net opgestegen als ik iets scherps in
mijn borst voel prikken! Het blijkt dat een van de beugels in
mijn BH is gebroken en zich door de stof aan het wurmen is. Ik
verwijder de gebroken beugel uit mijn BH en wil de vlijmscherpe
beugels overhandigen aan de stewardess. Ik zeg erbij dat ik een
nieuw wapen heb ontdekt. De stewardess is hiervan niet
gecharmeerd en wil ze niet eens aanpakken! Ik gooi ze dus maar
zelf in de afvalbak. Dus dames, wees niet verbaasd als wij
straks geen beugelbh's meer mogen dragen tijdens het vliegen...
De douanebeambte in Washington DC geeft ons een "driemaandenstempel" in ons
paspoort en we zijn binnen. Nu nog even naar Denver vliegen (4 1/2 uur)
en daarna naar Salt Lake City (1 1/2 uur). Om 11 uur 's avonds komen we
daar aan en om 1 uur 's nachts kruipen we in ons bed. Met het
tijdsverschil zijn we alweer 24 uur onderweg en vreselijk gaar. Het kwik
zakt naar -5 C, maar met drie lagen slaapzakken en dekens hebben we het
niet koud. |

 |
12 november 2010
De hele vrijdag brengen we door in de garage. De truck krijgt zes nieuwe
banden en de motor wordt nagekeken. We hebben e-mail contact met onze
Canadese vrienden Bob en Charlotte, die met hun caravan in Yuma, Arizona
staan. Zij wachten op ons, zodat we gezamenlijk door Mexico
kunnen reizen.
foto's rechtsboven: zo heeft onze camper 5 maanden in de tuin van
mijn nicht gestaan. Bedankt Diana en Randy!
 |
14 november 2010
Zondag vertrekken we vanuit Plain City. Het motregent en het is 1 graad
Celsius. 's Morgens heeft de motor moeite met starten, zorgwekkend als
die net nagekeken is. We tuffen lekker door en pas om half twee stoppen voor
lunch bij een restarea. Er is ook een tankstation, een Subway en een
piepkleine garage. En hier gebeurt iets merkwaardigs. De monteur van de
garage loopt op onze camper af en complimenteert PJ met zijn banden. "Brand
new", antwoordt PJ. "Maar je schokbrekers zijn erg slecht", zegt de
monteur en laat PJ de versleten schokbrekers zien. Dit moet hij
bekeken hebben toen wij in de camper zaten te lunchen. De monteur heeft
gelijk! "Heb je een half
uurtje? Dan kan ik er nieuwe onderzetten". Nou dat kan er ook nog wel
bij en zo zitten we even later in een steeds kouder wordende auto te
wachten op de schokbrekers. |
Het half uurtje wordt
natuurlijk veel langer en pas twee uur later zijn we weer onderweg. Na
zonsondergang komen we aan in Saint George (zuid Utah) waar we
overnachten op het parkeerterrein van Walmart (een soort V&D en
Albert Heyn samen). De nacht is ineens zwoel met 14 graden en we
gooien er een slaapzak af. De volgende morgen vertrekken we
vroeg en rijden de hele dag zuidwaarts. Onderweg komen we bij
Las Vegas verontrustende borden tegen zoals: "Probeer een vol
automatisch machinegeweer uit"...
We komen aan het eind van de middag in Yuma aan, in het
uiterste hoekje van de staat Arizona tegen de grens van Mexico
aan. Dit
is een echte overwinteringplaats voor Amerikanen en Canadezen.
Er lijken wel meer campings dan huizen te zijn in deze stad. En
denk bij campings niet aan die Europese versie; gras wordt hier
alleen gebruikt voor golfbanen, we zijn tenslotte in de
woestijn. Het grote voordeel van deze plek is allereerst de
temperatuur, het blijft hier redelijk warm in de winter.
Daarnaast is er natuurlijk de taal (je hoeft geen Spaans te leren), de
vele golfbanen, goedkoop winkelen voor de Canadezen en dat ze zo
even de grens met Mexico kunnen overwippen voor de tandarts en
geslepen brillenglazen (is ook veel goedkoper). |

 |
 |
We hebben het adres dat Bob en Char hebben
doorgegeven in de GPS gezet en rijden er zo naartoe. We
verwachten dat zij op zo'n golf resort camping staan, maar dat
blijkt heel anders te zijn. We worden niet vaak meer verrast in
dit land, maar soms gebeurt dit toch. We rijden de straat in en
zien allemaal afgebakende stukjes grond met grind en muurtjes
eromheen. Erop staan 1 of 2 grote caravans. De grond kan gehuurd
of gekocht worden en zo overwinteren de mensen hier!
Het weerzien met Bob en Char en hun vrienden is hartelijk
(vooral de honden zijn erg enthousiast) en we drinken een
biertje op onze hereniging. In de schaduw, want het is hier
tenslotte 26 graden. |
25 november 2010
De ochtend wordt
wakker en kleurt de lucht rood. Om tien voor zeven lopen we het kantoor
van de US immigratie binnen in Sonoyta (Arizona). Buiten dragen de douaniers wollen mutsen en
handschoenen, want het is slechts 1 graad boven nul.
We besluiten gewoon eerlijk te zijn tegen de douanebeambte. “Wij zijn
toeristen uit Nederland en we gaan naar Mexico. Moeten we nog iets
doen?”.
De beambte bekijkt ons paspoort. “Wanneer zijn jullie de Verenigde
Staten binnen gekomen?”.
“Negen november”.
“En hoelang willen jullie in Mexico blijven?”.
“In april komen we terug naar de USA”.
“En jullie hebben een ESTA waiver? (dat is de benaming van het 90 dagen
visum)”.
“Ja”.
“Nou dat lijkt mij geen probleem, maar ik zal het nog even navragen bij
mijn collega”. Even later komt hij terug met de mededeling: “You are
good to go”.
Nog geen vijf minuten later staan we weer buiten. PJ blijft argwanend,
maar volgens mij mogen we ondanks het 90 dagen visum toch vier maanden
in Mexico blijven!
|